KORTE VERHALEN van ANTOINE BOMON

 

Laura en de Boze Bosgeest

Op een sombere dag, terwijl even tevoren de druppels als tranen uit de hemel waren gevallen, waagde Laura zich in het dieprode bos dat bekend stond om zijn mystieke verhalen. "Het is een bos waar geesten wonen," beweerden de dorpelingen, "En zij die er met een glimlach binnengaan, verlaten het met een zwaar hart en donkere gedachten," fluisterden ze nog.

Laura, een vrolijk en nieuwsgierig meisje, geloofde niet in dergelijke verhalen. Ze was vastbesloten om het mysterie te onthullen. Met haar gouden lokken die dansten in de wind en een opgewekte tred stapte ze het bos binnen, zich niet bewust van de donkere krachten die waakten tussen de eeuwenoude bomen.

Terwijl ze verder het bos in liep, voelde ze een onverklaarbare kilte om haar heen neerdalen. De vogels, die net nog een vrolijke symfonie hadden gezongen, waren ineens heel stil. Een eekhoorntje keek haar vanuit een boomkruin met droevige oogjes aan. Laura keek om zich heen en zag hoe de mist zich samentrok, als een sluier die haar omhulde.

Plotseling zag ze in een uitgeholde oude boom een lantaarn branden. Nieuwsgierig stapte ze naar de boom. Er verscheen een korte lichtflits en ineens stond er tussen haar en de boom een vreemd en nogal afzichtelijk wezen, met een vervaarlijke knots in zijn linker klauw.

"Wie durft mijn domein binnen te dringen?" vroeg het wezen met een dreunende stem. Het was de Bosgeest, een wezen van oude tijden, wiens hart gevuld was met bitterheid en woede. Zijn ogen gloorden met een vurige intensiteit, en er hing een donkere aura om hem heen.

"Ik ben Laura," antwoordde het meisje. Haar stem trilde, maar ze probeerde dapper te blijven. "Ik kwam hier om de verhalen over dit bos te ontkrachten."

De Bosgeest snoof. "Jij denkt dat je kunt lachen en zingen, en door mijn bos dwalen zonder gevolgen?" Zijn stem klonk nu spottend. "Ik ben de bewaker van dit rijk en ik zal je vreugde stelen, zoals ik dat al bij zovelen heb gedaan."

De bosgeest zwaaide met zijn rechterklauw  en Laura voelde een koude rilling door haar lichaam gaan. Haar hart, ooit zo licht en opgewekt, werd nu zwaar en somber. Waar haar mondhoeken eerder omhoog stonden, voelde ze nu de last van een onverklaarbare droefheid.

"Waarom doe je dit?" vroeg Laura. Haar stem klonk zwak. "Waarom steel je het geluk van anderen?"

De Bosgeest zuchtte diep. "Vele jaren geleden was ik even vrolijk als jij," begon de Bosgeest. "Maar de wereld was wreed, en mijn vreugde werd beetje bij beetje afgenomen door hen die ik vertrouwde en liefhad. Nu ken ik niets anders meer dan boosheid en ik kan het gelach van anderen niet meer verdragen."

Ondanks haar zwaarmoedigheid voelde Laura een golf van medelijden met de Bosgeest. "Er is nog hoop voor je, je kunt kiezen om je hart weer te openen voor vreugde, in plaats van anderen te straffen. Dan zal je weer een aangename bosgeest zijn."

De Bosgeest keek lang en diep in haar ogen. Hij zag daarin liefde, genegenheid en tolerantie. En voor het eerst in eeuwen voelde hij een sprankje twijfel in zijn bittere ziel. Misschien, dacht hij, kon hij zich wel herpakken. Misschien was er echt een weg terug naar het zonlicht en kon hij weer een vrolijke Bosgeest worden.

Met een trilling in zijn stem sprak hij: "Misschien, misschien heb je gelijk. Maar voor nu, laat ik je vrij." Hij zwaaide opnieuw met zijn rechter klauw en Laura voelde haar oude zelf weer terugkeren. De zwaarte in haar hart verdween en een glimlach brak door op haar gezichtje.

"Bedankt," zei ze zacht, terwijl de Bosgeest langzaam oploste in de mist.

Laura keerde terug naar haar dorp, vastbesloten om haar ontmoeting met de Bosgeest te delen en anderen te laten zien dat zelfs in de diepste duisternis, er altijd een sprankje hoop kan zijn.

 

Hoe leuk vind je dit verhaal?

Rating: 5 sterren
4 stemmen