DIERENVERHALEN van ANTOINE BOMON

 

Kitty op vlinderjacht

Op een zonnige lentedag, toen de hemel helder blauw was en de geur van bloeiende bloesems in de lucht hing, besloot Kitty dat het de perfecte dag was voor een buitenavontuur. Kitty, een nieuwsgierig en avontuurlijk katje met een hartje vol dromen en ogen die straalden van verwondering, had zoals alle dieren een passie voor de natuur. Geen enkel hoekje van de tuin bleef dus onontdekt wanneer ze op avontuur ging.

Die ochtend besloot Kitty om op vlinderjacht te gaan. Misschien kon ze een zeldzame vlinder vangen voor haar baasje, die al een grote verzameling vlinders had. De meeste van die vlinders ving haar baasje zelf, toen het in ons land nog niet verboden was om op vlinders te jagen. Mensen mogen dus geen vlinders meer vangen, maar de wet verbiedt niet dat katjes en andere dieren op vlinders jagen. Dus kon zij haar baasje helpen om zijn collectie uit te breiden, dacht Kitty opgewonden. 

Kitty rende enthousiast de achterdeur uit. Haar pootjes dansten lichtjes over het weelderige gras. Ze begon haar zoektocht aan het begin van het bloemenpad.

De tuin van Kitty’s baasje was een paradijs voor elke natuurliefhebber. Overal bloeiden bloemen in de meest schitterende kleuren, van tulpen en hyacinten tot narcissen en driekleurige viooltjes.

Al snel zag Kitty een prachtige, feloranje monarchvlinder die sierlijk van bloem tot bloem dartelde. Kitty hield haar adem in en naderde langzaam, maar de vlinder was haar te slim af en vloog weg net voor ze hem wou bespringen.

Niet ontmoedigd volgde Kitty de vlinder tot aan de rand van de tuin, waarachter een veld met wilde bloemen bloeide. 

Toen ze even zijwaarts keek zag ze ineens een wondermooie vlinder, met veelkleurige vleugels die schitterden in het zonlicht, alsof er duizenden kleine diamantjes op haar vleugeltjes zaten. Zo’n mooie vlinder had Kitty nog nooit gezien! Ze bleef stil zitten van verwondering.

De vlinder fladderde rond haar alsof hij speciaal voor haar een vrolijk dansje opvoerde. Kitty keek hem met open mondje van bewondering aan.

De vlinder kwam zigzaggend dichterbij en ging plots op Kitty’s neusje zitten. Kitty had de vlinder nu gemakkelijk met haar zachte pootjes kunnen vangen, maar in plaats daarvan bleef ze stokstijf zitten.

“Je hebt heel mooie kleuren. Je bent zo mooi,” fluisterde ze zachtjes tegen de vlinder.

De vlinder glimlachte. “Die mooie kleuren krijgen we van de bloemetjes, als dank omdat wij ze bestuiven, zodat er altijd nieuwe bloemetjes groeien,” zei de vlinder vriendelijk. En hij fladderde weg over het houten tuinpoortje, naar het wilde bloemenveld.

Kitty was nog nooit buiten de tuin geweest, maar nu besloot ze om eens de wereld achter de tuin te verkennen. Ze klauterde over het tuinhek en volgde de vlinder, tot diep het veld in, tot ze bij een open plek kwam waar de diepblauwe korenbloemen, madeliefjes en vergeet-me-nietjes nog weelderiger bloeiden dan in de tuin van haar baasje. Hier leek het wel een vlinderparadijs; de lucht was gevuld met tientallen kleurrijke vlinders die speels om elkaar heen dansten en van bloem naar bloem fladderden. Het was een magisch schouwspel en Kitty wist dat ze een perfecte plek had gevonden, waar ze nog veel avonturen kon beleven.

Ze ging op haar buikje liggen en keek ademloos toe hoe de vlinders zich tegoed deden aan de nectar van de bloemen. Ze voelde zich een met de natuur, omringd door zoveel schoonheid en leven.

Zo bleef ze daar vol bewondering urenlang stil liggen. De zon begon langzaam onder te gaan, de lucht kleurde oranje en roze. Kitty wist dat het tijd was om terug naar huis te gaan. Ze strekte even haar pootjes, met haar staartje recht in de lucht en haar hartje vol vreugde. Ze keek nog een laatste keer naar de vlinders en voelde een diepe dankbaarheid voor deze magische dag.

“Tot ziens, mooie vlinders,” zei ze zachtjes. “Ik kom snel weer terug om naar jullie te kijken!”

Ze nam zich op dat moment voor om nooit meer op vlinders te jagen, maar ze te begluren en te genieten van hun kleuren en dansjes.

“Vlinders behoren niet levenloos achter glas te zitten,” miauwde ze tegen zichzelf. “Ze horen thuis in de vrije natuur, waar ze niet alleen een lust zijn voor het oog, maar ook nog zeer belangrijke taken vervullen, zoals bloemetjes bestuiven. Zonder vlinders zouden er nooit zoveel kleurrijke bloemen in onze velden en tuinen bloeien. Het is dus verkeerd om op ze te jagen!”

En zo eindigde Kitty’s vlinderjacht. Het waren deze eenvoudige, magische momenten die haar liefde voor de natuur alleen maar dieper maakten. En terwijl de sterren als glinsterende juweeltjes aan de hemel verschenen, viel Kitty tevreden in slaap in haar rieten mandje, dromend van nieuwe avonturen en de schoonheid van de wereld om haar heen.

 

Hoe leuk vind je dit verhaal?

Rating: 5 sterren
1 stem